Otto Meyer was actief als kunstgieter aan het einde van de 19e eeuw en een paar decennia in de 20e eeuw. Hij richtte een grote gieterij op aan de Västmannagatan 81 in Vasastan in Stockholm en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de kunstgieterij in Zweden.
Zijn carrière begint met een tragedie
Otto's carrière begon volgens hemzelf door een "puur toeval", toen hij als 16-jarige de kans kreeg om loopjongen te worden voor de twee Duitse bronsgieters Heroldt en Lenz. Hij mocht helpen bij het zware werk om het standbeeld van Karel XII te gieten, dat nog steeds te zien is in Kungsträdgården in Stockholm. Otto kreeg goede beoordelingen en mocht zijn leertijd voortzetten. Tijdens het werk aan het volgende project, de fontein van Molin, gebeurt er een vreselijk ongeluk waarbij Heroldt tragisch om het leven komt nadat een van de zware blokken op hem terechtkomt. Na deze dramatische gebeurtenis wordt het werk stilgelegd, maar voor Otto opent zich een kans om nog meer leerlingplaatsen en opleidingen te volgen in Duitsland, waar men in die tijd veel kennis had op het gebied van kunstgieten.
De doorbraak
Na een paar jaar in Europa keert Otto terug naar Stockholm om zijn eigen bedrijf te starten. In het begin loopt de zaak moeizaam, omdat de belangstelling voor kunstgieten in Zweden nog niet echt van de grond is gekomen. Maar dankzij een standbeeld van Linné breekt Otto door. In Amerika is het onder emigranten in de mode om standbeelden van hun beroemde landgenoten op te richten, dus wordt het standbeeld besteld en in 1891 naar Lincoln Park in Chicago verscheept. Otto start verschillende bedrijven achter elkaar voordat hij in 1900, als gevestigde kunstgieter in Stockholm, "Otto Meyers Konst- Metall- & Zinkgjuteri" opricht in de Västmannagatan in Vasastan. Het bedrijf heeft op zijn hoogtepunt ongeveer 50 werknemers en produceert alles van grote, geavanceerde sculpturen zoals S:t Göran och Draken (Gamla Stan) en Uppståndelsemonumentet (Skogskyrkogården) tot kleinere alledaagse producten zoals lampen, deurklinken en beslag in brons en messing. De laatste producten zijn waarschijnlijk het belangrijkst voor de economie van de gieterij. Otto beëindigt zijn directeurschap bij de gieterij na negentien jaar en zijn collega Arne Spanier neemt het stokje over. Hij runt de gieterij tot in de jaren 70, wanneer het bedrijf uiteindelijk definitief zijn deuren sluit.
In ons assortiment vindt u prachtige deurknoppen die zijn gemaakt op basis van modellen uit het einde van de 19e eeuw, gevonden in een van de prijslijsten van de gieterij.
Foto uit: Stadswandelingen/Stadsmuseum Stockholm - Lennart af Petersens.