In de tweede helft van de 19e eeuw worden zowel architectuur als voorwerpen geïnspireerd door een groot aantal verschillende historische stijlen, maar de overheersende stijl wordt de neorenaissance. De interieurs van woningen worden sterk beïnvloed door de mode van die tijd en moeten volgens de idealen van die tijd donker zijn. De huizen worden behangen met wilde, schijnbaar ongestructureerde bloemmotieven, meestal fantasiebloemen. Daarnaast zijn behang met textielimitatie populair. Aanvankelijk domineren donkere achtergrondkleuren, maar tegen 1900 worden ze lichter. De meest populaire achtergrondkleur van de jaren 1890 is licht crème, dat mooi staat bij donkere patronen of heldere kleuren zoals rood en blauw!
Interieur
Ruimte
Behangwanden worden aangepast aan de verschillende soorten ruimtes. In de eetkamer wordt het hoge lambrisering aangevuld met donkere behang volgens het neorenaissance-ideaal, vaak met grote bloemen in krachtige kleuren zoals rood, groen, goud en zwart of imitatie goudleerbehang.
De muren van de salon kunnen lichtere pastelkleuren hebben met accenten van goud, zijde-imitatie of andere textielimitatie. In de herenkamer is de oosterse stijl populair, met motieven uit exotische culturen, zoals Japanse kersenbloesems of weefpatronen uit oosterse tapijten.
Voor de slaapkamer wordt vaak behang met bloemmotieven gekozen. In de hal wordt bijvoorbeeld behang met eikenhouten of muurimitatie gebruikt. Als de keukens behangen zijn, kunnen ze kleine geometrische patronen hebben, hout- of tegelimitaties. Vaak zijn ze gevernist, zodat ze gemakkelijk schoon te vegen zijn.
Timmerwerk
Het timmerwerk is zorgvuldig ontworpen om de stijlidealen van die tijd te versterken. De bekleding en plinten zijn breed en rijkelijk geprofileerd. In de jaren 1880 en 1890 werden panelen van verschillende hoogtes en ontwerpen gebruikt, afhankelijk van de functie van de kamer. In de eetkamer en de hal werd de hoogste paneel geplaatst met sterk geprofileerde vullingen en een smalle plank aan de bovenkant voor siervoorwerpen. De panelen werden geschilderd in bruin of oker, of in houtimitatie om eiken of mahonie na te bootsen.
Ook de deuren zijn donker gelakt of geaderd geschilderd in eiken, walnoot of mahonie en vaak versierd met een sterk geornamenteerd deurkozijn.
Vloer
De vloeren bestaan meestal uit dennen- of sparrenhout met verspringende voegen. Langs de muren is vaak een iets bredere plint aangebracht om de kamer te omlijsten. De vloeren kunnen worden behandeld als schuurvloeren, maar ook met vernis of lijnolieverf. Veel vloeren zijn bedoeld om te worden bedekt met linoleummatten en dan wordt over het algemeen hout van mindere kwaliteit en een mindere kwaliteit van de plaatsing gebruikt.
Linoleum (ook wel kurkmat genoemd) wordt in de jaren 1890 erg populair. De mat is exclusief en kan over de hele vloer van een kamer worden gelegd of als een kleinere mat. Ze zijn vaak verkrijgbaar in veel verschillende kleuren en het patroon is vaak parketimitatie, bloemmotief of textielpatroon.