In de jaren 1910 wordt de eerder heersende jugendstil vervangen door een nieuwe architectuurstijl die nationaalromantiek wordt genoemd. De zachte vormen van de jugendstil, die als gekunsteld worden beschouwd, worden geleidelijk vervangen door een 'authentieke en eerlijke' architectuur die is gebaseerd op oudere Zweedse bouwtradities.
Deplinten zijn iets eenvoudiger dan in voorgaande decennia. De gebruikelijke breedte is ongeveer 10 cm. Nu worden ook gelijkzijdige plinten met dezelfde profielen aan beide zijden populair. De plinten zijn vaak relatief hoog, maar met een eenvoudige profilering. De gebruikelijke hoogte is 14-17 cm met een eenvoudige ronding aan de bovenkant of enkele kleine inkepingen in het bovenste derde deel.
Panelen
In luxueuze omgevingen zoals salons wordt het interieur gedomineerd door een romantische kijk op de geschiedenis, geïnspireerd door de Vikingtijd en de middeleeuwen. Dit komt vooral tot uiting in geschilderde houten panelen aan het plafond, witgekalkte muren, ruwe houten vloeren en rustieke vaste zitmeubelen in diepe raamnissen en trappen. Eiken en mahonie worden gebruikt in het houtwerk, maar een goedkoper alternatief is donker gebeitst grenen.
Raam
De middeleeuwse voorbeelden van de nationale romantiek worden duidelijk weerspiegeld in de ramen. Om kleine, ouderwetse loodomlijste glasopeningen na te bootsen, zijn de ramen voorzien van kleine roeden. Desondanks laten de ramen veel licht binnen dankzij het slanke houtwerk in de post, kozijn en raamstijl. Het raam is ontworpen met twee of drie vleugels met een rechte bovenkant en naar binnen draaiende en gekoppelde raamstijlen.
