De traditie om een spar te halen om te versieren voor Kerstmis werd pas rond de eeuwwisseling van 1900 echt populair in Zweden. In herenhuizen, pastorieën en andere rijke huizen kwam de spar weliswaar al sinds minstens de 17e eeuw voor. Aanvankelijk werd de spar buiten geplaatst, maar aan het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw mocht hij ook binnen in huis komen. Als men weinig ruimte had, kon men dit oplossen door de kerstboom op een kist, een tafel of zelfs aan het plafond te hangen. Als men meer ruimte had, stond de boom in een kerstboomstandaard op de vloer en reikte hij vaak tot aan het plafond.
De versieringen werden vaak zelf gemaakt, maar er waren ook versieringen van glas, watten, tin, glitter of boekenleggers te koop, vaak geïmporteerd uit Duitsland. De mooiste en modernste kerstbomen in de burgerhuizen waren uitsluitend versierd in wit en zilver. Dat werd als stijlvoller en esthetischer beschouwd dan de meer kleurrijke kerstboom vol met verschillende versieringen. Andere beschrijvingen vertellen over kerstbomen versierd met kaarsen, appels, karamels, speelgoed, zelfgemaakte sterren, engelen, klokken, slingers en de Zweedse vlag helemaal bovenin. De kaarsen waren natuurlijk echt, dus moest men goed op de vlammen letten om geen brand te veroorzaken.
Vrolijk kerstfeest!
